Als de belasting van de ziekte zodanig is dat iemand ondanks werkaanpassingen geen substantiële bijdrage of output (meer) kan leveren, is het tijd om te stoppen met werken. Zeker als iemand geen energie meer heeft voor beweging of sport, een essentiële voorwaarde om te kunnen blijven functioneren, wordt het riskant. Als daar bovenop ook geen energie meer is om sociale activiteiten met het gezin, familie, vrienden of hobby’s uit te voeren, is de balans sterk verstoord. De ervaring leert dat mensen met de ziekte van Parkinson die te lang doorgaan met werken door een ongunstige balans zoveel arbeidsvermogen en gezondheid inleveren dat ze ook met een herstelperiode niet meer op het niveau terugkomen als voorheen. Het is belangrijk dat je dit als zorgprofessional tijdig signaleert en de cliënt begeleidt om dit te bespreken met de bedrijfsarts of arboarts.
De parkinsonverschijnselen schrijden voort in de tijd. Vraag daarom geregeld hoe het werken gaat. Diverse combinaties van factoren, beperkingen en mogelijkheden maken dat stoppen met werken een verstandige keuze is. Het is dus meer dan alleen tekortschietende arbeidsmogelijkheden die bijdragen aan het besluit om te stoppen. Er gaat met dit besluit veel twijfel gepaard. In dit beslisproces, waar zoveel van afhangt, is goed meedenken van belang. Als zorgprofessional kan je ondersteunen door alle meespelende zaken op een rijtje zetten en je cliënt te adviseren dit met de bedrijfsarts en/of werkgever te bespreken. Geef ook tijdig de juiste informatie door aan de bedrijfsarts.
Besef dat met het stoppen met werken noodgedwongen een einde komt aan een carrière, een werkrelatie en een invulling van de dag. Dat spreekt veel emoties aan en vergt verwerking. Bied hierin steun en verwijs zo nodig door naar een collega-zorgprofessional.