Praktische Beoordeling (overgenomen van https://www.c-support.nu/maatregelen-uwv-voor-wia/)
Van 1 juli 2024 tot 1 juli 2027 geldt bij de WIA-beoordelingen de tijdelijke maatregel ‘Praktisch Beoordelen’. De maatregel is ingevoerd om verzekeringsartsen te ontlasten en achterstanden in te lopen. Bij een praktische beoordeling of schatting wordt gekeken naar de feitelijke inkomsten uit werk die de zieke werknemer ontvangt na twee jaar ziekte (104 weken). Deze praktische schatting vervangt de theoretische schatting*, waarbij een schatting wordt gemaakt van wat een werknemer in theorie nog kan verdienen.
Een praktische schatting is alleen aan de orde als:
- De werknemer de werkzaamheden feitelijk verricht.
- De werkzaamheden passend zijn bij de krachten en bekwaamheden van de medewerker.
- Het werk algemeen geaccepteerde is (niet in strijd met de openbare orde en goede zeden).
- Het inkomen representatief is voor de resterende verdiencapaciteit van de werknemer (daarbij kan gekeken worden naar een toepasselijke CAO).
- Er sprake is van een voldoende bepaalbaar inkomen. Bij een sterk wisselend arbeidspatroon is mogelijk een langere periode nodig om een stabiel inkomen vast te stellen. Als dit niet mogelijk is, kan er geen praktische schatting plaatsvinden.
De arbeidsdeskundige van het UWV bekijkt of aan alle criteria is voldaan.
Let op: Voor de praktische schatting hoeft u nog geen arbeidscontract te hebben.
Wanneer praktische schatting?
Als de datum dat u twee jaar ziek bent gemeld, ligt na 1 juli 2024 dan vindt er een praktische schatting plaats.
Hoe werkt de praktische schatting?
- De WIA aanvraag wordt ingediend en beoordeeld door een arbeidsdeskundige. Wanneer er sprake is van de mogelijkheid tot een nieuw contract bij de huidige werkgever in een aangepaste functie of uren neemt de arbeidsdeskundige contact op met werkgever en werknemer om deze mogelijkheden verder uit te vragen.
- Vervolgens overlegt de arbeidsdeskundige met de verzekeringsarts. De verzekeringsarts beoordeelt of de werknemer belastbaar is voor het werk dat hij verricht en er in het werk geen sprake is van overschrijding van de belastbaarheid. Er hoeft geen FML te worden opgesteld door de verzekeringsarts, dat scheelt veel tijd.
- Ziet de verzekeringsarts geen belemmeringen dan volgt het praktisch beoordelen op basis van feitelijke verdiensten.
- Heeft de verzekeringsarts twijfels, dan kan de patiënt altijd nog worden uitgenodigd voor een reguliere beoordeling.*
Aandachtspunten
Het is belangrijk dat de verrichte werkzaamheden passend zijn en dat er niet meer gewerkt wordt dan reëel haalbaar is. Door meer te werken dan gelet op de gezondheidssituatie verstandig is, kan het gebeuren dat er meer dan 65% van de loonwaarde wordt verdiend waardoor er geen recht bestaat op een WIA-uitkering.
Let op: er vindt nog wel steeds een Poortwachtertoets plaats na twee jaar ziekte. Hierbij wordt bekeken of de werkgever voldoende re-integratie inspanningen heeft verricht. Er kan nog wel een loonsanctie worden opgelegd waardoor het recht op loondoorbetaling wordt verlengd.