De bedrijfs- of arboarts begeleidt de werknemer en werkgever tijdens het (2 jaar durende) traject van de Wet verbetering Poortwachter (WVP). Samen met de cliënt worden alle stappen van de WvP doorlopen. De bedrijfs- of arboarts stelt na 6 weken een probleemanalyse op, heeft regelmatig afspraken met de cliënt, stelt waar nodig de probleemanalyse bij en adviseert werkgever en werknemer rondom de re-integratie. Hij stelt ook een inzetbaarheidsprofiel en/of functiemogelijkhedenlijst (FML) op die als checklist wordt gebruikt bij het beoordelen van de arbeidsgeschiktheid van de werknemer. De FML wordt aan het einde van de tweede jaar gebruikt door de verzekeringsarts van het UWV om de arbeidsgeschiktheid te bepalen. De bedrijfs- of arboarts vraagt bij zorgprofessionals medische informatie op, onder andere om de FML goed in te kunnen vullen. Tegen het eind van de WvP begeleidt de bedrijfsarts bij het aanvragen van een WIA-uitkering.