Als de balans tussen belasting en belastbaarheid zodanig is afgenomen dat de werknemer met parkinson in het belang van zijn gezondheid geen substantiële bijdrage of output (meer) kan leveren, is het zaak om met te stoppen met werken. Als de werknemer voorrang geeft aan het werk in plaats van beweging of sport, dan wordt de situatie riskant. Tenslotte is sport en beweging een essentiële voorwaarde om te kunnen blijven functioneren met parkinson. Als daar bovenop ook geen energie meer is om na het werk te herstellen door bijvoorbeeld sociale activiteiten met gezin, familie of vrienden, is de balans sterk verstoord. De ervaring leert dat werknemers met parkinson die te lang doorgaan met een ongunstige balans zoveel arbeidsvermogen en gezondheid inleveren dat ze ook met een herstelperiode niet meer op het niveau terugkomen als voorheen. Het is belangrijk dat de arbo-professional dit in de begeleiding tijdig signaleert en de werknemer hiervoor behoedt.